Waterkwaliteit

Ook vijverwater heeft onderhoud nodig om de kwaliteit ervan op peil te houden. ‘Waterkwaliteit’ is geen vaag begrip. De eigenschappen die bepalen of water wel of niet van goede kwaliteit is, kun je eenvoudig meten.

De waterkwaliteit wordt weergegeven in de zogenaamde waterwaarden: dit zijn getallen die iets zeggen over de hoeveelheid mineralen (voedingszouten) en de zuurtegraad van het vijverwater. De belangrijkste waterwaarden voor vijverwater zijn:

– de totale hardheid (GH-waarde)
– de karbonaathardheid (KH-waarde)
– de zuurtegraad (pH-waarde).

Hieronder wordt uitgelegd wat deze waterwaarden precies betekenen. Ook kijken we hoe je ze kunt meten en zonodig bijstellen.

Helder vijverwater heeft de juiste waterwaarden
Een heldere vijver is geen kwestie van toeval. Door te zorgen dat het vijverwater de juiste waterwaarden heeft, kan er in de vijver een goed biologisch evenwicht ontstaan.

De totale waterhardheid (GH-waarde), de karbonaathardheid (KH-waarde) en de zuurgraad (pH-waarde) van de vijver kunnen eenvoudig gemeten en zonodig op het juiste niveau gebracht worden.

Veel vijvers hebben een te lage totale waterhardheid en een te lage karbonaathardheid. Hierdoor groeien de zuurstofplanten niet goed en wordt de vijver makkelijk troebel en groen.

GH-waarde (totale hardheid)
De gezamenlijke hardheid van het water wordt bepaald door calcium en magnesium. Dit wordt de GH waarde van het water genoemd en wordt uitgedrukt in Duitse hardheid graden (°dH). Een juiste GH-waarde voor vijverwater ligt tussen 8° en 12° dH. Dit is om meerdere redenen van belang. De meeste soorten vijverplanten groeien optimaal binnen deze waarden en verder is in dit middelharde water de ontwikkeling en activiteit van de micro-organismen optimaal. Ook de zuurstofvoorziening is bij deze waarden het beste gewaarborgd.

Wanneer buiten het groeiseizoen het CO2-aanbod stijgt is de kans op verzuring gering. Bij GH-waarden van 8° tot 12° dH zal namelijk het teveel aan CO2 worden gebonden door het calcium en is er daardoor geen gevaar voor verzuring of zuurstofgebrek aanwezig.

Door weersinvloeden (regen, hagel, sneeuw) en biologische processen onthardt het vijverwater voortdurend. Het is daarom wel nodig een aantal malen per jaar de GH-waarde te controleren. In ieder geval in het voorjaar en het najaar. Wanneer de waarde minder is dan 8° dH, is het belangrijk deze te verhogen. Om de GH waarde te controleren zijn er eenvoudige sets te koop.

KH (karbonaathardheid)
De carbonaathardheid of KH waarde, is een belangrijke pijler in het vijvermilieu. De KH-waarde wordt wel tijdelijke hardheid genoemd. Ook wordt wel gesproken van het zuurbindende vermogen.
Carbonaat ontstaat door binding van vrij koolzuur (CO2) aan calcium en of magnesium. Het vormt daarmee een koolzuur (CO2)-bron voor waterplanten en algen. Wanneer het milieu (micro-organismen) voldoende CO2 vrijgeeft om de behoefte te dekken voor de plantengroei, zal de KH-waarde stabiel blijven. Wanneer echter de behoefte van de planten aan CO2 hoger is dan het aanbod, zal de CO2-bron uit het carbonaat worden aangesproken en daalt de KH-waarde. Een goede KH-waarde ligt tussen 6° en 10°dH. Met een eenvoudige test is ook deze waarde te bepalen.

Wanneer de ontwikkeling van het vijvermilieu stagneert, zal de KH-waarde dalen wat gepaard gaat met een oplopende pH waarde. Bij toename van het vrije koolzuur zal daarentegen de KH-waarde toenemen en de pH afnemen. Dit zien we vooral in het najaar en de winter als de groei van de waterplanten afneemt of stilstaat. Er is dan immers een verminderende afname van C02. Dit natuurlijke proces van koolzuurbinding voorkomt verzuring van het milieu en zorgt ervoor dat er geen zuurstofgebrek kan optreden. Overigens kan het koolzuur zich alleen maar binden indien de GH-waarde voldoende hoog is, boven de 8 °dH.

In nieuwe vijvers, maar ook in stagnerende vijvers, kan het nodig zijn de carbonaathardheid te verhogen.

pH (zuurtegraad)
De pH-waarde geeft aan hoe zuur water is. Zuur water heeft een pH van onder de 7. Basisch water heeft een pH-waarde van boven de 7. Inzicht in de pH-waarde van het vijverwater is van groot belang, omdat het ons iets vertelt over het CO2-gehalte in het water. Vijverwater heeft doorgaans een pH van ruim boven de 7. Als we de pH waarde willen meten, moeten we ook de KH-waarde weten, de carbonaathardheid. Als beide waarden bekend zijn kunnen we vrij nauwkeurig het CO2-gehalte per liter water aflezen. Voor een goede plantengroei is minimaal 5 mg CO2 per liter vijverwater nodig.

Bij een normale carbonaathardheid en voldoende CO2 zal de pH-waarde van het vijverwater relatief laag zijn. Bij een zelfde KH maar onvoldoende CO2 is de pH-waarde relatief hoog. Nu is het CO2-gehalte gedurende een etmaal niet constant, maar fluctueert onder invloed van dag en nacht, het zogenoemde assimilatieproces. Onderwaterplanten nemen met behulp van licht CO2 op en geven zuurstof af. Het CO2-gehalte vermindert naar mate de dag vordert. ’s Nachts is dit proces omgekeerd en nemen planten zuurstof op en geven CO2 af.

De werking van micro-organismen
Micro-organismen, de grootste producenten van CO2, leveren dag en nacht CO2. Door deze factoren zal zich ’s nachts het CO2 ophopen en in de namiddag beduidend afnemen. Dit proces zal zich overigens alleen voordoen in goed functionerende waterpartijen, d.w.z. wanneer er sprake is van een groeiend bestand onderwaterplanten en voldoende activiteit van de micro-organismen. Met de pH-waarde kunnen we dit proces controleren. Als ’s morgens vroeg de pH-waarde relatief laag is (pH 7-8) en ’s avonds gemeten relatief hoog (pH 8-9) dan functioneert het vijvermilieu, zullen de planten goed groeien en zal het water helder zijn.

Een te hoge pH-waarde (pH 9-10) hoeft geen probleem te zijn, maar is altijd het gevolg van een slecht functionerend vijvermilieu. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de activiteit van de micro-organismen nihil is. Het kan ook zijn dat er een biogene ontkalking in het milieu plaatsvindt door bovenmatige algengroei. Bij biogene ontkalking is calciumcarbonaat niet oplosbaar in water en slaat het op de bladeren van de planten neer. Dit proces vindt meestal plaats in hard water met enorme plantengroei.

Maatregelen om op langere termijn de pH-waarde naar een gunstig niveau te brengen, moeten gebaseerd zijn op het activeren van de micro-organismen (bodemsubstraat en de bacteriële cultuur) en op het aanbrengen van vijverplanten die voor hun CO2-voorziening niet aangewezen zijn op het water. Planten die ook met de lucht in contact komen zoals drijfplanten, waterlelies en moerasplanten. Het gebruik van een turfgranulaat kan het verlagen van de pH-waarde bespoedigen.

Verzuring
De pH-waarde komt normaal gesproken niet onder de pH 7. Is de GH-waarde echter te laag dan is er onvoldoende calcium aanwezig om het overtollige CO2 te binden. Het milieu verzuurt en er treedt zuurstofgebrek op. De pH-waarde daalt in dit geval naar waarden beneden de pH 6.

Met een pH meter kan de pH-waarde heel precies worden bepaald.

NH3 (ammoniak)
Het zeer schadelijke ammoniak (NH3) veroorzaakt ziektes en acute vissterfte. Te hoge concentraties ammoniak ontstaan in een nieuwe vijver, bij filterproblemen of bij een te hoge visbezetting.
Controleer, vooral in deze situaties, dagelijks het ammoniakgehalte. Is het ammoniakgehalte hoger dan 0,15 mg/ liter, ververs dan onmiddellijk 50% van het water en daarna dagelijks 25% tot de waarde weer acceptabel is. Voeg Zeoliet toe aan uw filter, dit absorbeert ammoniak direct. Stop ook onmiddellijk met het voeren van uw vissen.

NO2 (nitriet)
Nitriet (NO2) is ook zeer giftig en dus gevaarlijk voor uw vissen. Het nitrietgehalte mag niet hoger zijn dan 0,15 mg/liter. Bij een hogere waarde dient u direct 50% van het water te verversen en daarna dagelijks 25% tot de waarden weer acceptabel zijn. Voeg PSB bacteriën toe aan het water en stop met voeren.

NO3 (nitraat)
Nitraat (NO3) is een nuttige voedingsstof die wordt opgenomen door planten en algen. De nitraatwaarde kan te hoog worden in vijvers met zeer veel vissen. Is de nitraatwaarde 50 mg/ liter of lager dan zit u altijd goed, bij een waarde boven 100 mg/ liter ververs dan gedeeltelijk het water.

O2 (zuurstof)
Zuurstof (O2) is essentieel voor een gezonde vijver. Onvoldoende zuurstof kan worden veroorzaakt door algengroei, algensterfte, hoge temperaturen, hoge visbezetting, medicijnbehandeling en slechte watercirculatie. Een zuurstofgehalte van 60% is het absolute minimum voor een gezond leefmilieu. Bij een lager percentage dient u direct een ruime hoeveelheid water te verversen. Installeer tevens een luchtpomp of verbeter de watercirculatie.

Bacteriën
Als u op zoek gaat naar informatie over het hoe en wat van een vijver zal u al snel termen horen als biologisch evenwicht, bacteriën, nitrificatie enz.

Het is zo dat eens de vijver gevuld is, er zich nog niet veel leven in het water bevindt.
Toch zullen zich in de vijver al snel afvalstoffen beginnen te vormen. Daarom is het belangrijk dat in onze vijver ook zogenaamde nitrificerende bacteriën (e.a) ontstaan.
Waarom? Omdat deze bacteriën ervoor zorgen dat schadelijke elementen in het water naar onschadelijke verbindingen omgezet worden, welke dan weer door de planten als voeding gebruikt worden.

Bacteriën zijn onmisbaar voor een gezonde & heldere vijver!

Bacteriën hechten zich op zowat alles in de vijver, maar het is aan ons om in de vijver of filter (nog beter) voor zoveel mogelijk hechtingsoppervlakte te zorgen.
Bacteriën hechten zich bvb op vijversubstraat, filtersubstraat, lava, filtermatten, bio-ringen enz.

Persoonlijk ben ik geen voorstander van een vijverbodem vol subtraat: dit gaat misschien een tijd goed, maar eens verzadigd wordt dit milieu zeer zuurstofarm en zullen allerlei slechte processen op gang komen.

Een degelijke en gemakkelijk te onderhouden filter is de beste omgeving om bacteriën te kweken.

Voor u bacteriën aan het water gaat toevoegen, moet u op volgende zaken letten:

  • De pH (zuurtegraad) van het water moet tussen 7 en 8 liggen
  • Het water moet voldoende hard zijn: kH van minstens 6
  • Bacteriën moeten zich een zuurstofrijk milieu bevinden (beluchting & circulatie!)
  • De meeste ontsmettingsmiddelen (medicatie) doden bacteriën
  • Bacteriën beginnen pas vanaf een watertemperatuur van 15°C actief te zijn
  • In een nieuwe vijver duurt het gemiddeld 6 weken alvorens de cyclus op gang komt (beperk uw vissenbestand in een nieuwe vijver!)
  • Zorg dat de grootte van uw filter ( hier groeien de bacteriën) in verhouding staat tot het aantal vissen in de vijver!
  • Wanneer u bacteriën ent, altijd de UV-straler uitschakelen (min. 48u)

Overzicht van de optimale waterwaardes

  • pH- waarde: 7-8
  • GH- waarde: 8-12
  • KH- waarde: 5-12
  • Ammoniak (NH3): < 0,15 mg/L
  • Nitriet (NO2): < 0,15 mg/L
  • Nitraat (NO3): < 0,50 mg/L
  • Zuurstof (O2): 60-100%